maandag 20 april 2015

De drie musketiers

Het is weer een dagje van de drie musketiers: Bas, Pruts en ik. Ik kijk naar rechts, Bas kijkt naar links en Pruts springt op naar een gele vlinder en mist. We zijn met z'n drietjes. We zijn. Steeds in elkaars buurt. Steeds in elkaars hart.

Doorheen de jaren ben ik met deze twee viervoeters enorm verstrengeld geraakt. Het zijn mijn twee trouwste vrienden. Het aantal keren dat ze mij diep hebben ontroerd, zijn ontelbaar. Er gaat geen dag voorbij zonder dat deze twee kameraden mijn hart doen bloeien. We hebben het goed samen. We zijn onafhankelijk maar toch aan elkaar gehecht. We zijn de drie musketiers.


Bron: Wikepedia
 
Wanneer ik netels trek... ligt Pruts een meter verderop tussen het struikgewas. Ze schrikt op wanneer ik aan een wortel trek die tot aan haar pootjes reikt. Bas steekt ondertussen zijn snuit in een put, trekt een gefascineerde snoet en begint wild met twee poten tegelijk te graven. Tot ik hem laat weten dat ik die aarde in mijn gezicht niet waardeer. Musketiers bedelven elkaar toch niet?

Wanneer ik buiten aan tafel zit... ligt onder de stoel Pruts met mijn voeten te spelen. Bas ligt vlakbij. Met z'n twee pootjes charmant over elkaar, zoals alleen hij dat kan. Of in zijn doolhof onder de struiken, een nestje tussen de doornen waar alleen kleine dieren en kinderen zich wagen.

Wanneer ik een boek lees... nestelt Pruts zich ergens tussen pagina 21 en 22. Ze brengt een warm pakje leven in mijn schoot. Bas is ondertussen even spoorloos. In al zijn vrijheid. Op erkenning in de tuin en misschien ook er net wat buiten. Daar waar z'n neus en de broodkorstjes van de buren elkaar ontmoeten.

Wanneer ik mijn ontbijt op de dorpel voor het huis eet... trekt Pruts de kom met haar twee pootjes naar beneden. Ze krijgt van mij een tik en de boodschap dat ze moet wachten. Ik eet de crunchy eerst op, daarna krijgt zij het restje melk. Dat is onze afspraak. Bas kijkt toe en vraagt zich luidop af of er ook iets voor hem volgt. Tuurlijk Bas.

En af en toe... komt er een vierde kerel bij. Hij heet Gerrit, maar noemt zichzelf D'Artagnan en sluit gezellig bij ons aan. Dan genieten we met z'n vieren van de tuin. We observeren samen de dingen, drinken van de zon en elkaars gezelschap. We delen met onze zintuigen de wereld. We zien met z'n vieren de fazanten over het gras strompelen, we voelen allen een fris windje blazen, we horen tegelijkertijd de kievit op het nabijgelegen veld, we ruiken dartelige moleculen en we proeven van de biokaas van de kaasboer van de markt. Gerrit en ik de sneetjes, Pruts en Bas de korstjes.

De drie musketiers en D'Artagnan. Ja, we hebben het goed samen. Het is een waar geluk samen te zijn. Merci mijn ridders, mijn helden en grootste hartedieven!  Merci Pruts voor je ronkend lijfje wanneer ik je 's morgens knuffel en tegen mijn gezicht druk. Merci Bas voor jouw diepdonkere alienogen wanneer je enthousiast door het bos huppelt. Merci Gerrit voor je blik waaruit liefde straalt. Vanuit het diepste van mijn hart en ziel: mercikes maatjes!! Jullie doen mij bloeien. Ons leven als musketiers in ons Frankrijk, ik vind het mooi. X

Geen opmerkingen:

Een reactie posten